Severa ara

De Severa Dwergara kent de volgende ondersoort:

Westelijke Dwergara

Westelijke dwergara’s zien we zelden in gevangenschap aangezien de laatste jaren alleen nog de kleinere oostelijke variant is ingevoerd. Doordat er een groot overlappend gebied is in de vrije natuur is het echter moeilijk de ondersoorten – die alleen in grootte verschillen – in gevangenschap uit elkaar te houden. De nominaatvorm is rond de 46 cm en de ondersoort rond de 48 cm. Bij Stichting Papegaaienhulp hebben we een exemplaar van 50 cm en dit is dus ontegenzeggelijk een westelijk exemplaar. In principe geeft alleen een meetlat uitkomst bij het indelen naar ondersoort. Omdat alle deskundigen deze indeling aanhouden volgen wij hem ook maar het is een magere reden om puur op lengte een ondersoort te erkennen. Dit omdat niet alleen de genen maar ook de voeding e.d. invloed hebben op het formaat van jonge vogels. Bij de kweek in gevangenschap zal het erg moeilijk worden de ondersoorten zuiver te houden en omdat het niet om een bedreigde soort gaat is dit ook niet direct een ramp.

In de vrije natuur gaat het namelijk zeer goed met de westelijke dwergara. Een groot deel van hun leefgebied is moeilijk te bereiken voor mensen en hun aantallen zijn dan ook stabiel te noemen.

Als er al westelijke dwergara’s in ons land worden gehouden dan is er vrijwel niemand die er raszuiver mee kweekt. De meeste kwekers zijn niet eens op de hoogte van het feit dat er twee ondersoorten bestaan en kruizen onbedoeld de oostelijke en westelijke variant met elkaar waardoor er een mengvorm overblijft, voor de hobby is het echter een uitdaging om vogels van gelijke grootte te bemachtigen en daarmee te kweken. Aan terugplaatsing in de vrije natuur hoeven we ook in de toekomst niet te denken dus om die reden kan het niet veel kwaad als de ondersoorten toch met elkaar kruizen.

Sidebar